Tijdens het studieweekend van maart 2022 werd aan de aanwezigen gevraagd of ze iets wilden schrijven over het studieweekend. Meerdere mensen stuurden een tekst toe. Dat geeft een mooie indruk van hoe de studieweekenden in Krikkenhaar eruitzien.
In het weekend 25, 26 en 27 maart was er een studieweekend. Op verschillende niveaus werd er les gegeven. De nadruk lag op het oefenen van het spreken in Esperanto in kleine groepen. Het studieweekend vond plaats in het Natuurvriendenhuis Krikkenhaar in Bornerbroek.
Enkele aanwezigen vertellen hier hoe zij het studieweekend hebben ervaren.
Geduldige docenten en vriendelijke medestudenten
Als student aan de Vertaalacademie ben ik dagelijks met mijn passie bezig: taal. Ook het Esperanto heeft al een lange tijd mijn aandacht. In de eerste plaats omdat ik het een prachtige taal vind, maar ook vanwege de fascinerende geschiedenis en het initiële idee, dat mij erg aanspreekt. Twee keer eerder heb ik me opgegeven voor het studieweekend en telkens gooide corona roet in het eten. Gelukkig ging het deze keer wel door en ik keek er dan ook erg naar uit. De basis van het Esperanto heb ik geleerd met een cursusboek en met Duolingo, maar ik had nog nooit eerder met anderen de taal gesproken. Het was dan ook best wel spannend om het geleerde in de praktijk te brengen. Tijdens de lessen heb ik veel nieuwe woorden en uitdrukkingen geleerd. Aan het einde van het weekend dacht ik al zelfs in het Esperanto. Niet alleen vanwege het zonnige lenteweer, maar vooral ook de geduldige docenten, de vriendelijke medestudenten en de gezellige sfeer, was het een onvergetelijk weekend.

Ook niet te vergeten was de voortreffelijke organisatie. Na het weekend ben ik lid geworden van Esperanto Nederland en ik verheug me al op de volgende samenkomst. Het weekend heeft me geïnspireerd om verder met het Esperanto bezig te zijn en nauwlettend houd ik Eventa Servo in de gaten om te zien wat er verder allemaal te doen is. Het lijkt me ook interessant om een internationaal congres te bezoeken en weer nieuwe mensen met dezelfde passie te leren kennen.
Ron Winteraeken
Het poortje naar het Esperanto ging “open”
Vooraf
Rond de zomervakantie van 2021 kwam ik bij toeval (weer) in contact met Esperanto door een “Esperantosleutel”. Deze werd bij een natuurvriendenhuis in Brabant “gevonden” door mijn dochter. Na ruim dertig jaar is de cirkel weer rond. In het verleden had ik zelf een Esperantoboekje bestudeerd. Daar er niemand anders in mijn omgeving was om te converseren bloedde mijn eerste poging dood. Bij een telefonisch gesprek met Ineke Emmelkamp voelde ik meteen een “klik”. Ik gaf me op voor het studieweekend in november 2021. In maart 2022 kon na twee jaar onderbreking door “tante Corrie” het studieweekend weer doorgaan.

Vrijdag 25 maart
Rond 15 uur werd ik door Emil en Ron opgehaald. Zij kwamen echt uit het diepe zuiden. Nu nog slechts honderdzeventig kilometer naar Almelo. Goedgemutst gingen we op stap. Iets voor zessen arriveerden we bij het natuurvriendenhuis. Gelukkig waren we op tijd voor de gezamenlijke maaltijd. Daarna kwam aan “mijn” tafel de Esperantoscrabble boven water. Al mijn “Zoom”-cursusmaatjes deden mee. Bert had ons om de twee weken via “Zoom” les gegeven. Dit omdat het weekend in november niet door kon gaan. Gelukkig speelden we voor de gezelligheid en niet voor de winst; sommigen speelden regelmatig Vortludo op de mobiel of tablet en waren erg goed.
Zaterdag 26 maart
Rond half tien begon ik in groep twee bij Françoise. Tijdens de cursus mochten we alleen Esperanto gebruiken. Dat viel niet mee. Françoise begon met de basiswoorden: boven, onder enzovoorts. Fijn om alles nog eens door een docent uitgelegd te krijgen. Françoise herhaalde de uitspraak met engelengeduld. Alleen in het Esperanto mogen spreken viel vies tegen. Ik wou te snel. Pas laat in de middag viel het kwartje. Bij een speelse oefening waarbij we een afbeelding moesten beschrijven voelde ik in mijn hoofd een knop omgaan: het poortje naar het Esperanto ging “open”. Na de les na het avondeten nam ik de tijd om in de gezamenlijke zaal mijn aantekeningen uit te werken. Anderen speelden Esperanto-Triviant of andere spellen. Het was gezellig. Omdat de klok een uur vooruit zou gaan (zomertijd) ging ik rond elf uur wintertijd moe maar voldaan slapen.
Zondag 27 maart
Zomertijd. De klok was een uur vooruit gegaan. Dat viel even tegen. Toch weer verder. Op ons verzoek oefende Françoise nogmaals de uitspraak met ons. Na de lunch sloten we af met een spelletje. Eenieder kreeg een kaartje op de rug met naam van een plant, dier of bekend persoon. Door het stellen van alleen ja-of-nee-vragen moest ik er achter komen wie ik was. Na enige vragen bleek ik een haai te zijn. Na de koffie nam iedereen afscheid en rond 15.30 uur reden we weer richting het diepe zuiden. Gelukkig waren toch nog redelijk vlug op onze bestemming.
Moe maar voldaan kwam ik thuis. Ik kijk met veel plezier terug op dit weekend. Ik heb veel leuke, bijzondere mensen leren kennen.
Wat ze allen gemeenschappelijk hebben: de gastvrije houding, de openheid van geest en de wil om op hun geheel eigen wijze de wereld een betere plek voor al wat leeft te maken.
Ĝis revido!
Monique
Hoe leg je dat uit?
Ik ben ongeveer een maand of 6 serieus bezig met het leren van Esperanto op diverse manieren. Halverwege februari heb ik bedacht dat ik voldoende kennis had van de taal om me aan te melden voor het studieweekend in maart. Mijn passieve woordenschat was voldoende om iets van een verhaal of discussie te begrijpen. Ingedeeld in groep 3, van docent Bert, bleek dat ook zo te zijn. In deze groep hebben we eigenlijk alleen spelletjes gespeeld en was veel praten nodig. Leuke spelletjes en een gezellige groep mensen.

We hebben ook veel gelachen! Spelletje “wie/wat ben ik?” Bert wist als laatste welke naam er op zijn voorhoofd geplakt zat. Hij heeft zo’n beetje alle fantasie-/knuffelberen genoemd die er zijn, voordat Winnie de Poeh uiteindelijk werd geraden. Hoe leg je uit dat er een zeester in een tv-serie zit? Dan zeg je mar-stelo (leuk bedacht, vond ik) en helder voor iedereen, maar zo’n dier heet dus gewoon een asterio (bedankt woordenboek). Ik vond het lastig dat mijn actieve woordenschat dan nog maar klein is. En ik zit te veel in mijn hoofd en probeer ook direct alle geleerde grammatica toe te passen. Dat lukt wel aardig, als ik (te) lang nadenk. Dat werkt natuurlijk niet in een gesprek. Hier moet dus nog aan geschaafd worden: ik heb me alvast aangemeld voor het studieweekend in oktober.
Koffie- en theemomenten tussen de lessen door: gezellig!
Avond-eten: alle complimenten voor de koks, erg lekker! Spelletjes in de avonden: ontzettend leuk en voor mij heel leerzaam.
Belangrijkste van alles: wat een aardige, gezellige, vriendelijke mensen heb ik ontmoet!
Leukste woord dat ik heb geleerd: ruldomo!
Ik hoop veel van jullie in oktober weer te ontmoeten.
Mariska de Jonge
Ni ekparolu Esperanton!
Een paar jaar geleden begon het als een grapje tussen Thijs en mij (zijn moeder). We zochten een geheimtaal. Een taal die alleen wij zouden spreken en begrijpen en die toch een echte taal was. Het werd Esperanto. We vonden boekjes om het te leren, websites die ons hielpen. En we kregen er steeds meer plezier in. Maar alleen maar met elkaar praten is ook zo beperkt. Misschien moeten we toch andere mensen zoeken die ook Esperanto leren? En zo vonden we het studieweekeinde.
We kwamen wat later aan op vrijdagavond. In de zaal zaten mensen aan verschillende tafels; jong en ouder, man en vrouw. Aan de meeste tafels deden ze een spelletje: vortludo. Thijs zag een bekende van een kunveno in Rotterdam en sloot zich bij de jongeren aan. Ik zag een tafel waar geen spel gespeeld werd en ging daar zitten. Een tikkeltje overmoedig; het bleek de tafel van de docenten te zijn. In mijn beste Esperanto antwoordde ik op de belangstellende vragen. We waren welkom!

Op zaterdag begonnen de lessen. We zaten in groep 3. Een bont gezelschap van negen mensen van heel jong (elf jaar) tot in de zeventig met verschillende al gevolgde beginnerscursussen achter de rug. In onze groep lag de nadruk vooral op spreken. En dat hebben we gedaan! Onder de rustige, geduldige leiding van docent Bert de Wit werden we daartoe uitgedaagd. In iedere groep zitten introverte en extroverte mensen. De een durft meer dan de ander, maar ieder kreeg gelegenheid om te spreken en vragen te stellen. Een goede docent weet ook uit te leggen. Niet te veel tegelijk, maar passend bij de situatie. Bert deed dat heel goed op zijn white board. We hebben ook veel plezier gehad met het spel: Wie ben ik? Door vragen te stellen moest je raden of je een ding, dier of mens was. Bert had als verborgen identiteit Winnie de Poe gekregen en dat was niet echt gemakkelijk te raden. Maar het meeste hebben we toch geleerd door het vragenspel (zie foto). We leerden nieuwe woorden, vragen stellen én we leerden elkaar ook nog eens beter kennen. En dat alles ook op het terras in het zonnetje. We zijn gebruind thuisgekomen.
In de vrije tijd werd er ook goed voor ons gezorgd. We aten verantwoord en lekker. Er waren drankjes en zoutjes in de avond. Het was gezellig. Ik wil iedereen die dit weekeinde zo goed voorbereid heeft, van harte bedanken. De organisatoren, de kookstaf en iedereen die voor of achter de schermen geholpen heeft. Estis mojose.
Op zondag vertrokken we moe en voldaan met een lifter naar huis. In de auto hebben we de hele lange rit Esperanto gesproken. Dat we dat durfden, danken we aan dit studieweekeinde.
Heleen van de Reep en Thijs van Viegen