In memoriam Rob Moerbeek

1 mei 1936 – 27 november 2025

Op donderdag 27 november 2025 overleed in Beverwijk een van de bekendste gezichten van de internationale Esperanto‑beweging, Rob Moerbeek. Hij werd geboren op 1 mei 1936 in een socialistisch Esperanto-milieu – zijn ouders Jan Moerbeek en Alida Elisabeth Prins waren idealistische arbeiders die Esperanto thuis spraken. Tijdens wandelingen oefenden zij de taal en Rob luisterde als middelbare‑schoolleerling mee. Hij koos voor een studie klassieke talen, met docenten die hem inspireerden in oud‑Grieks, Latijn en antieke geschiedenis. Tijdens zijn tijd als leraar (1963–1969) sloot hij zich in 1966 aan bij de Federatie van Arbeiders-esperantisten (FLE)  in Nederland en de internationale Universala Esperanto‑Asocio (UEA).

Nadat hij in de zomer als vrijwilliger had geholpen, werd Rob Moerbeek in 1969 aangenomen door directeur Victor Sadler als medewerker in het hoofdkantoor van UEA in Rotterdam. In de loop van 32 jaar beheerde hij de verzending van boeken en tijdschriften, verzorgde hij de collectie van de Hector Hodler‑bibliotheek en het archief. Daarnaast gold hij als dé proeflezer van de Esperanto-beweging; hij corrigeerde onder meer de tijdschriften  EsperantoMonato, Internacia Pedagogia Revuo, Scienca Revuo, Fenikso  (van Esperanto Nederland), Esperantista Vegetarano en Kontakto. Ook was hij proeflezer voor alle uitgaven zoals boeken en brochures van UEA.  Hij ondersteunde blinde esperantiste (zie opmerking van anderen) door teksten in braille om te zetten en werkte aan kleine brochures over omgang met visueel gehandicapten en andere mensen met een beperking. Voor talloze esperantisten was hij de onmisbare brug tussen auteurs en publicaties.

Naast het kantoorwerk studeerde Rob verder. Dankzij A.J. Middelkoop volgde hij colleges aan de Universiteit van Amsterdam en werd hij in 1978 aangesteld als bijzonder docent Esperanto. Tot 1998 gaf hij er college, waarbij hij generaties Nederlandse studenten enthousiast maakte voor de internationale taal. Als docent en corrector had hij een scherp oog voor goed taalgebruik; volgens leerlingen kon hij grove fouten niet alleen herkennen maar ook inzichtelijk maken en anderen didactisch corrigeren.

Rob leerde zijn toekomstige echtgenote Nora Reinders‑Bartels kennen toen zij als blinde deelneemster zijn cursus volgde. Samen zetten zij zich in voor de plaats van blinden in de Esperanto-beweging Nora vertaalde een boek over Anne Frank; zij overleed in 1998. Uit respect voor blindengebruikers zette Rob het werk voort: hij vertegenwoordigde LIBE (Ligo Internacia de Blindaj Esperantistoj) in het UEA‑comité en hielp de Nederlandse sectie Nosobe oprichten. De vriendschap met de blindengemeenschap bleef een rode draad in zijn leven; zelfs zijn cursussen werden tijdig aangepast voor braille.

Rob had ook een sterke sociale bewogenheid buiten Esperanto. Hij voerde campagne tegen roken en was samen met zijn vrouw actief bij TADEN, de wereldvereniging van niet‑rokende Esperantisten. Het tijdschrift Puraj Pulmoj (‘Schone longen’) droeg mede dankzij hen bij aan bewustwording. Hij steunde vredes‑ en wereldfederalistische initiatieven, schreef brieven aan Ban Ki‑moon en andere beleidsmakers, en organiseerde cursussen voor Universele Federatie‑aanhangers. In oktober vertaalde hij nog een toespraak van voormalig minister Jan Pronk over Gaza in het Esperanto.

Door de jaren heen vertaalde en redigeerde Rob talrijke teksten. Tot de bekendste vertalingen behoren het theologische werk La afero Jesuo kaj la judoj van Peter J. Tomson naar het Esperanto en, omgekeerd, Nederlandse versies van het leerboek Esperanto via de directe methode (2007) en de brochure Ontdek het Esperanto – Een fascinerende taal(2010). Hij stelde tevens oefenmateriaal samen voor cursisten en publiceerde regelmatig correctierubrieken in Fenikso; daarin benoemde hij veelvoorkomende fouten en gaf hij vertaalopdrachten. 

De toewijding van Rob Moerbeek bleef niet onopgemerkt. In 2000 ontving hij de Deguĉi‑prijs voor zijn langdurige inzet voor Esperantisten in ontwikkelingslanden en voor mensen met een beperking. Tijdens het Universala Kongreso van UEA in 2011 benoemde men hem tot erelid van UEA, en drie jaar later werd hij ook erelid van de internationale leraarorganisatie ILEI. Een hoogtepunt volgde op 28 april 2018: tijdens de Open Dag van het UEA‑kantoor in Rotterdam speldde de burgemeester van Beverwijk hem het lintje op dat hem benoemde tot Ridder in de Orde van Oranje‑Nassau. Hij kreeg deze koninklijke onderscheiding wegens zijn jarenlange werk voor de Esperantobeweging, zijn steun aan de blindenbeweging en zijn redactionele en onderwijskundige activiteiten.

Toen Rob in 2001 officieel met pensioen ging, bleef hij twee dagen per week vrijwillig in het Centra Oficejo werken – een taak die hij tot het laatst volhield. Zijn laatste werkdag in het CO was op 7 november 2025.Volgens collega’s bleef hij ondanks zijn leeftijd en gezondheidsproblemen onvermoeibaar actief: hij begeleidde cursussen, reisde naar congressen en conferenties, zette zich in voor blindengenootschappen en leraarverenigingen en was lid van talloze clubs. Het decembernummer van het tijdschrift Esperanto is nog door hem gecorrigeerd. Met zijn scherpe inzicht merkte hij fouten op waarvan anderen niet eens wisten dat ze bestonden, en hij bleef liever werken dan pronken met zijn verdiensten. 

Voor de Nederlandse Esperantobeweging was Rob Moerbeek een levend instituut. Hij was sinds 1966 lid van Esperanto Nederland voorheen F.L.E., verzorgde correcties voor het verenigingsblad Fenikso en fungeerde als commissaris voor externe contacten. Ook was hij betrokken bij de braille‑bibliotheek, adviseerde hij lokale clubs en vertegenwoordigde hij Nederlandse esperantisten in internationale gremia. Zijn onvermoeibare inzet voor taalzuiverheid, onderwijskundige expertise en sociale rechtvaardigheid heeft generaties Esperantisten gevormd.

Rob Moerbeek belichaamde wat een leven in dienst van een idealistisch project kan betekenen. Hij combineerde taalkundige expertise met sociale bewogenheid en praktische inzet. Dat hij juist in een tijd van nieuwe communicatievormen trouw bleef aan zorgvuldige correctie en persoonlijke begeleiding, maakte hem uniek. Esperanto Nederland is hem immens dankbaar. Zijn levenswerk herinnert ons eraan hoe een individuele vrijwilliger de kwaliteit van een wereldwijde beweging kan versterken. Dat is misschien wel de mooiste erfenis die Rob Moerbeek ons nalaat.

Uitvaart

Rob is overgebracht naar uitvaartcentrum ‘Eeken’, Laan van Meerestein 10 te Beverwijk, waar gelegenheid is om afscheid te nemen op donderdag 4 december van 15:30 tot 16:30 in de lounge van het uitvaartcentrum. Aansluitend vindt de crematie in stilte plaats.
Correspondentie: Pimpelmeeststraat 15, 1826 KR Alkmaar.

Video

Video: Rob Moerbeek – Benoemd tot Ridder in de Orde van Oranje Nassau